Redactionele Inleiding VA-Magazine / Vruchtbare Aarde 3-2006

image
Home

Salon
Filmzaal
Keuken
Tuin
Reisverhalen
Archief
Links

Atelier


Editie 2-2007

image

Pelgrimage naar Santiago de Compostela





Editie 3-2006

image
Dit nummer los bestellen

Redactionele inleiding:

image

In editie 3-2006: Pelgrimage naar Sevilla, Cordoba en Granada, Andalusisch licht en de moorse cultuurperiode in Spanje. Paul Dijkman met een recept voor een sfeervolle stad. Werelderfgoed: kristallen schedels. En: ode aan De Droom van Poliphilus. 

Metafysica van het licht

Pelgrimage naar Moors Andalusië – Sevilla, Cordoba en Granada, en een interview met Andalusië - kenner Christine Gruwez.

Behoefte aan sfeer

Kunstenaar en architect Paul Dijkman op de bres voor stadswijken en pleinen afgestemd op de menselijke behoefte aan sfeer.

Poliphilo's liefdeseiland

De Nederlandse vertaling is uit van De Droom van Poliphilus – alchemistische inwijdingsreis, liefdes verhaal en tuinproza ineen.

Licht uit eieren

Twintig jaar onderzoek naar de lichtkwaliteit van eieren en de gezondheid van kippen. Negen vragen en antwoorden.

Werelderfgoed van kristal

Het ongelooflijke verhaal van de Amerikaanse Sherry Whitfield over de kristallen schedel Synergy die sinds 2001 in haar bezit is.


Meer kunst?

Een wandeling door de stilte van museumeiland HombroichWil Uitgeest over de aardverschuiving die begin 20e eeuw optrad in de schilderkunst: de intrede van de abstractie
Oud-theaterdirecteur Maarten Zweers over de symboliek in de grote opera's van Mozart, Puccini, Wagner en anderen.Willem den Ouden schildert het wezenlijke van het landschap

Kies twee van deze edities uit als geschenk bij een abonnement. Of maak uw eigen keuze uit ons archief.

Breekbare verfijning

Wonderlijk hoe alles van waarde eerst waarde moet worden toegekend voor die waarde wordt herkend. Ierland had in de jaren tachtig een bioloog als Matthijs Schouten nodig om erachter te komen dat hoogvenen ook nog een waarde hebben buiten de kachel. Zoals Nederland een Jac. P. Thijsse behoefde om land en volk erop te wijzen dat het Naardermeer geen ‘waardelooze plas’ was, hoogstens bruikbaar als stortplaats voor Amsterdams huisvuil.

In Brussel was in de jaren zestig nauwelijks verzet tegen de afbraak van het Volkshuis, een hoogtepunt van de Jugendstil-architectuur uit 1895 van de Belgische architect Victor Horta (1861-1947), gesloopt in een tijd dat Jugendstil werd gezien als een doodlopend zijpad van de rechte weg naar het modernisme. Veertig jaar later behoren Horta’s overgebleven woonhuizen ineens tot het Unesco-Werelderfgoed, geliefd bij een groot publiek, en spreken kenners over een hoogtepunt van de Belgische bouwkunst.

Interessant om te zien hoe radicaal mensen van gedachten kunnen veranderen. Je kunt de Spaanse koning Karel V (1500–1558) voor de voeten werpen dat hij ooit ongegeneerd zijn laars in het Alhambra-paleis zette en een log gevaarte liet optrekken naast de ‘breekbare verfijning’ van het moorse Nasriden-paleis. Aan de andere kant is het fascinerend dat diezelfde koning even verderop, in Cordoba, zijn vergissing inzag. Na aanvankelijk toestemming te hebben gegeven tot de bouw van een christelijke kathedraal binnen in de Grote Moskee van Cordoba sprak hij bij een bezoek aan Cordoba de later beroemd geworden woorden: “Als ik had geweten wat de gevolgen waren, zou ik hier nooit toestemming voor hebben gegeven, want wat u hier hebt gebouwd, is overal te vinden, maar wat u hebt verwoest bestaat nergens meer.�

Ergens in Andalusië drong het tot me door wat de sleutelwoorden waren in de achthonderdjarige periode van moorse bouwkunst in het Spanje van vóór 1500: verbinding en samenhang. Het vanzelfsprekend in elkaar grijpen van delen in een geheel. In de verzengende Zuid-Spaanse hitte, die af en toe op kan lopen tot vijftig graden of meer, krijg je respect voor de ingenieuze bouwwijze in de witte moorse bergdorpen: de in elkaar grijpende bouwwijze van huizen, waarbij het dak van het ene huis dienst doet als terras van het huis erboven, terwijl de daken genoeg uitsteken om wegen en paden schaduwrijk en koel te houden en te beschermen tegen regen.

Verbinding is een woord dat op blijft duiken in de moorse eeuwen. Toen de Amerikaanse reisschrijver James A. Michener voor het eerst aankwam in Granada en vanuit de verte neerkeek op het Alhambra, met zijn mengeling van bos, tuinen, waterpartijen en gebouwen, was dit de eerste vraag die bij hem opkwam: “Welk van de gebouwen die ik zie, is nu het eigenlijke Alhambra?� Het antwoord kwam als een schok. “Alles binnen de muren beneden u is het Alhambra: de gebouwen, de patio’s, de boomgaarden en de weiden, en ook de doolhof van waterpartijen en hagen – alles behoort tot het Alhambra.� Anders gezegd: in het oorspronkelijke ontwerp waren tuinen en fonteinen net zo belangrijk als de eigenlijke vertrekken van het paleis.

Vele bezoeken later zou diezelfde James Michener zich afvragen wat voor hem nu het absolute hoogtepunt was binnen dat Alhambra-paleis. Nee, niet de veel genoemde Mirtehof (Patio de Comares). Ook niet dat andere kroonjuweel, de Hof van de Leeuwen (Patio de los Leones), middelpunt van de Koninklijke privé-vertrekken. Maar wat Michener betreft kwam iets heel anders in aanmerking voor de eerste prijs: de verbinding tussen die twee kroonjuwelen van patio’s.

Wonderlijk. James Michener geeft het onmiddellijk toe. “Op het eerste gezicht zie je er niet gelijk een meesterstuk in. Een kind lijkt het beter te kunnen doen. Maar bij nadere beschouwing is het eindresultaat verbijsterend.� Ik ben een schrijver, verduidelijkt Michener, en elke schrijver kent het probleem hoe twee totaal verschillende passages in een boek met elkaar verbonden moeten worden. “Misschien dat het mij in mijn boeken niet altijd is gelukt om die verbinding te leggen, maar daarom herken ik nog wel het succes van anderen om totaal verschillende, losse elementen in een grotere samenhang te plaatsen.�

Bovenstaande is de redactionele inleiding tot editie 3/2006