Weense kus
Er staat een president met een ontwapenende kwetsbaarheid - zo nabij, dat je in je agenda lijkt te moeten bladeren om zeker te weten dat je niet ergens in de komende week een afspraak met hem hebt. Ademloos kijk ik naar een film over de Tsjechische oud-president Vaclav Havel, die pas vijf jaar na zijn aftreden mocht worden vertoond. Het is zover.
Indrukwekkend is de totale afwezigheid van enige façade; de humor ook en de zelfrelativering rond het geleidelijk ouder wordende lichaam. “Er is een probleem met uw broek,� zegt een assistente vlak voor een belangrijke toespraak. Ja, zegt Havel. “En niet alleen met mijn broek, maar ook met mijn das, met mijn overhemd en met mijn jasje. Misschien is er een probleem met mij.�
Geen probleem is er met zijn integriteit, die aanvoelt als een soort tweede huid. Er hangt iets vertrouwenwekkends rond deze man. Zoals we dat ook herkennen in een fascinerende rede van de nieuwe presidentsvrouw Michelle Obama (die op internet te zien is: YouTube), waarin zij afstand neemt van het klimaat van angst in voorbije jaren. “Angst voor alles, wat we verliezen, dat ons pijn gedaan wordt, altijd maar weer die angst... Een heel decennium waarin geen besluiten genomen leken te kunnen worden vóór iets; alleen maar tegen iets.�
Een mooie illustratie van het vertrouwen dat Obama’s verkiezing losmaakte vond ik de reactie van een twintigjarige Weense. ‘Ze was een vreemde voor me,’ zei een Amerikaan die met haar in de bus had gezeten. ‘Ze zat voor me. Ze hoorde me Engels spreken in mijn mobiele telefoon en draaide zich om, kuste me op de wang, en stapte de volgende halte uit zonder een woord te zeggen.’
Soms lijkt het wel alsof we met zijn allen een rol spelen in een mondiaal opgevoerd Shakespeare-stuk, niet wetend of we vastzitten in het oude koningsdrama Macbeth of al meedraaien in Shakespeare’s toekomstvisioen As You Like It. De ene keer raken we als vanouds verstrikt in de bekende, deprimerende belangenstrijd waarbij alle spelers vergeten zijn hoezeer alle leven een eenheid vormt; het volgende moment proeven we tot onze verbazing iets van de integriteit en natuurlijkheid van een nieuwe dag... Een thema dat in dit nummer op alle mogelijke manieren aan bod komt.
Onlangs mooi verwoord door de Amsterdammer Dick Sinnige, die in het tijdschrift Inzicht vertelt over een drukke groep kinderen waarvoor hij ooit de zorg had. Kinderen waarop hij maar geen greep kreeg, hoezeer hij ook zijn best deed. ‘Tot een jongen mij vroeg om een potje met hem te schaken. Ondanks mijn aanvankelijke weerzin – ik moest tenslotte de groep onder controle zien te krijgen – stemde ik in. Ik raakte helemaal verzonken in het schaakspel. Wat er toen gebeurde was een grote verrassing voor me. Ik kwam tot ontspanning en de hele groep werd kalm. Een kind leert blijkbaar wat we zijn, niet wat we zeggen.’ Bart Hommersen