Redactionele Inleiding VA-Magazine / Vruchtbare Aarde 4-2010

Foto Vruchtbare Aarde
image
Home

Salon
Filmzaal
Keuken
Tuin
Reisverhalen
Archief
Links
Atelier


Foto Vruchtbare Aarde



Foto Vruchtbare Aarde

Editie 4-2010

image
Dit nummer los bestellen

Redactionele inleiding:

image

In editie 4-2010 o.a.:

Jan Kortie

Interview met een stembevrijder. "As mensen beginnen te improviseren, ontstaan er cadeautjes van schoonheid en bezieling."

Weldadige traagheid

Een verslag in woord en aquarel van het door Albert Hennipman beleefde gevoel van vertraging en ongeorganiseerd zijn zoals hij dat in Suriname beleefde.

Jacques Tati

Een liefdesverklaring aan Tati’s humoristische en  relativerende kijk op het leven.

Goudse lichtjes

“Gouda heeft plekken die zo oud zijn, zo sterk!� Een interview met stadsdichter Jan Graafland

Helende klanken

Een interview met Anuradha Choudry over haar liefde voor een oude godentaal. “Het zijn klanken die ons in balans brengen."

De weg naar het midden

Mooi om te zien hoe sterk het labyrintische thema vertegenwoordigd is in Ingmar Bergmans grote film Fanny & Alexander. Luister naar het verhaal dat de oude Isak de kinderen Fanny en Alexander vertelt. Het verhaal van een reiziger die doelloos over een kale vlakte reist. Niet meer wetend waarom hij ooit op reis is gegaan noch waarheen de weg hem voert.

Een prachtig symbolisch beeld. Veel van de hoofdpersonen in Bergmans film worstelen zich op vergelijkbare manier een weg door het leven. Ontevreden met zichzelf; ontevreden met de wereld. De een wentelt zich in zelfbeklag over het ouder wordende lichaam; de ander zakt weg in drankzucht of zoekt houvast in een overgeorganiseerd leven.

Als kijker hebben we in het begin nog iets mogen proeven van de hunkering naar ‘het andere’. De jeugdjaren van Fanny en Alexander. De vanzelfsprekende koestering van de verbeelding – de fantasie, de wereld van schimmen en inspiratie.

Na de dood van hun vader verlaten Fanny en Alexander het ouderlijk huis, om hun intrek te nemen bij hun stiefvader. Niets mogen ze meenemen. Zelfs geen knuffel. “Je bent een kind, en jouw probleem is dat je geen verschil ziet tussen leugen en waarheid,� krijgt Alexander te horen van zijn stiefvader. Een man die het hakmes van zijn oordeel inzet om goed en kwaad te scheiden; de realiteit opbouwend uit losse objecten – zonder enige samenhang. Een wereld die Alexanders moeder uiteindelijk te klein wordt; waarin ze geen lucht meer zegt te kunnen krijgen. “Ik ben opgesloten,� zegt ze ten einde raad tegen haar schoonmoeder. “Ik ga daar dood.�

Alexander lijkt symbool te staan voor de ‘reiziger’ die het contact met ‘thuis’ nog niet helemaal kwijt is; Alexanders stiefvader, de lutherse bisschop, de man van ‘goed’ en ‘kwaad’, van ‘juist’ en ‘niet-juist’, is een treffend symbool van de reiziger die de weg in het doolhof  kwijt is geraakt – compleet afgesneden is van het leven.

Maar achter de woestijn waarin de hoofdrolspelers ronddolen, wacht in het verhaal van de oude Isak een nieuwe wereld. De jonge reiziger schuift aan bij een kampvuur, waar een oude man vertelt over bossen en bronnen. Vaag herinnert de jonge reiziger zich nu ook beelden van bossen en bronnen. Een wereld die hij ooit gezien moet hebben. Een wereld die de meeste mensen niet meer kennen. ‘Ik ben er zelf ooit geweest,’ zegt de oude man. ‘Toen ik jong was. En nu probeer ik de weg terug te vinden’.

“Ooit leefden we in het tijdperk van het labyrint,� zegt de Oostenrijkse labyrintenkenner Gernot Candolini in VA’s Chartres Special. “Nu leven we in het tijdperk van het doolhof. Doolhoven zijn altijd het symbool van juist en niet-juist geweest. De vraag naar goed en fout is de belangrijkste vraag geweest die onze Westerse cultuur zich de afgelopen vijfhonderd jaar heeft gesteld. Kijk naar onze scholen, waar nog steeds de fouten van leerlingen geteld worden om erachter te komen of ze al dan niet begaafd zijn. Het labyrint biedt een heel andere uitdaging. Het labyrint legt niet de nadruk op goed of fout, maar zegt: loop of sta stil.� Inmiddels staan we volgens Candolini aan de vooravond van een nieuw tijdperk van het labyrint.

Het zijn zangtherapeuten als Jan Kortie, dichters als Jan Graafland en filmmakers als Jacques Tati en Ingmar Bergman die ons een bemoedigend steuntje in de rug geven; die de vastgeroeste patronen uit de woestijnperiode in beweging weten te krijgen; en met hun zang, hun gedichten en hun filmische beelden het uitgedroogde lijf van de vermoeide dolenden de weg helpen terugvinden van het kronkelende, labyrintische pad, dat – zoals we allemaal weten – uiteindelijk in het midden zal uitkomen.

Bart Hommersen
Het bovenstaande vormt de redactionele inleiding tot VA's herfsteditie 4-2010. Een vijf pagina groot essay over Bergmans film Fanny & Alexander publiceerden we in editie 4-2007. De film is december 2010 weer opgenomen in VA's Webwinkel