Een artikel uit VA-Magazine

Stefan Jarl over de poëzie van het filmen

SCHOONHEID ZAL DE WERELD REDDEN

Alle grote kunst opent de ogen van het publiek. "Grote kunst zorgt ervoor dat we de samenleving en de omgeving waarin we leven op een nieuwe manier kunnen zien." Een gesprek met de Zweedse filmmaker Stefan Jarl - naar aanleiding van het indrukwekkende afscheidsinterview dat hij zijn leermeester, de Zweedse natuurfilmer, Arne Sucksdorff, afnam. Een gesprek over ouderen en ouderdom, de relatie mens-natuur, kleine boeren en de poëzie van het filmmaken.

Donker is het binnen als we de deur opentrekken en de zaal insluipen. De zaalwacht staat op. Fluisterend inspecteert ze onze kaartjes. De openingsfilm is al begonnen: een van de tweehonderd documentaires geselecteerd voor 's werelds grootste documentairefestival, IDFA, editie november 2001.

De tijd dat het wapperen met een perskaart deuren opende, ligt al weer jaren achter ons. Documentaires zijn in trek. Tenminste als ze op een filmfestival als het IDFA worden vertoond. Je moet er vroeg bij zijn tegenwoordig. Zoveel films die zijn uitverkocht? Geen probleem, vindt IDFA-directrice Ally Derks. Een goede gelegenheid  om je eens te laten verrassen door een wat minder bekende documentaire.

Daar gaan we dan. Twee onbekende films. Eerste indruk in het donker: een redelijk gevulde zaal, hoewel een vrij plaatsje zelfs op de tast moeiteloos te vinden is. Maar om nou te zeggen dat we ons verrast voelen door de openingsfilm... Nee. Ook de volgende film lijkt op het eerste gezicht geen verpletterende kijkervaring te gaan worden.

Een weinig spectaculair verhaal: de Zweedse regisseur Stefan Jarl op bezoek bij zijn leermeester in het filmvak: de Zweedse filmnestor Arne Sucksdorff. Een Oscar-winnaar uit het lang vervlogen jaar 1947. Geen enkele Nederlandse krant die ook maar een letter aandacht aan Stefan Jarls documentaire heeft besteed.

WOUDREUZEN

De City-7-zaal zit vol, misschien niet helemaal vol, maar zo vol dat ik me toch een moment lang afvraag wat al die mensen hier op een doordeweekse dag aan het doen zijn, boven in het City-complex aan het Amsterdamse Leidseplein. Zoveel mensen die ervoor hebben gekozen om naar een onbekende documentaire te komen kijken.

Wat is er te zien? Een pratende man in een stoel. Veel meer is het niet. Een gesprek in Stockholm. We kijken rond in het kleine appartement van Arne Sucksdorff. We zien de bejaarde filmmaker een kam door zijn haar halen. Een belichtingsman loopt met een belichtingsmeter naar het raam; een geluidsman is wat aan het rommelen en Stefan Jarl bladert in zijn paperassen. En dan klinkt Jarl's eerste vraag, gevolgd door Sucksdorff's eerste antwoord, even later gevolgd door een fragment uit een van Sucksdorff's films. Veel meer valt er niet te beleven.

En dan ineens - kijkend naar zo'n oud zwart-witbeeld van immense en mysterieuze, nevelige Zweedse woudreuzen, de camera inzoemend op een witte hermelijn in de sneeuw, die druk bezig is zijn prooi te verschalken, de oren gespitst, om dan plotseling razendsnel zijn hol in te glijden, op de vlucht voor een naderende vos, die even later de opengevallen plaats van de hermelijn inneemt bij de maaltijd, hoor ik mijn buurman naast me zachtjes mompelen dat dit tafereel in werkelijkheid onmogelijk is: een hermelijn en een vos zo vlak na elkaar in beeld gebracht.

Ineens begin ik iets te begrijpen van wat het betekent om op het smalle filmkoord te balanceren tussen waarheid en poëzie - een groot thema in het werk van Sucksdorff. Poëtisch willen zijn zonder de werkelijkheid ook maar een haar geweld aan te doen.

Ik begin mijn zegeningen te tellen. Wat een visuele pracht. Een straatbeeld. Een groep rondrennende kinderen. Beelden uit Sucksdorff's Oscar-bekroonde film Ritme van de stad uit 1947. Maar zo in beeld gebracht dat het méér lijkt. Hoe doe je zoiets? Zo weinig spectaculair, zo weinig actie, en toch zo aantrekkelijk...

Het beeld van een man met stoppelbaard, op een krukje gezeten, die als een toeschouwer bij een tenniswedstrijd van links naar rechts kijkt, en dan weer naar links, en weer terug naar rechts, de blik gericht op langs hem heen schietende kinderen; even later op een langslopende vrouw die een kan vol water recht probeert te houden. Op een verliefd stelletje die zich door niets of niemand laat afleiden...

Dan volgt de camera de kinderen die met bal en knikkers hun heil in een kerk zoeken. Bang! De zware kerkdeur slaat dicht en sluit met die zelfde klap alle stadse geluiden buiten. We zien de koster verstoord, achterdochtig opkijken - de kinderen nakijkend die zijn kerk inlopen.

Steeds opnieuw die stilte, ook al is die nu gevuld met orgelklanken. Er is iets ongelooflijk aantrekkelijks aan de ruimte die Sucksdorf in beeld brengt; wat maakt dat je daar als filmkijker eigenlijk ook zou willen rondlopen.

De kinderen blikken omhoog. Dan grijpt een jongen naar de zak met knikkers. De knikkers vallen. In Jarl's documentaire gevolgd door de stem van Arne Sucksdorff: "Ik realiseerde me dat het mogelijk was een stad te schilderen met niet veel meer dan geluid. En dat ik dit geluid kon versterken door middel van beeld. Beelden die de boodschap konden completeren. En ik realiseerde me dat het effect sterker kon worden op bepaalde plekken. Ik was verbaasd te ontdekken hoezeer klanken me kunnen inspireren."

OUDEREN
Arne Sucksdorff: "Ik hou van otters. Ik heb er twee gehad. Allebei tam. Schitterende dieren. Speels, sociaal en intelligent. In India heb ik drie jaar lang een enorm exemplaar gehad. We waren onafscheidelijk. Je kon met 'm praten, zoals ik nu met jou praat. Het dier kon verdrietig zijn. En soms hield het zijn kop schuin en luisterde. Het zag wanneer ik bedroefd was en probeerde je dan op te vrolijken. Een fantastisch dier. Ongelooflijk innemend. Toen ik weg ging heb ik deze otter waar ik zo gek op was naar een dierentuin gebracht. Daar is hij van verdriet gestorven. Althans dat zei de dierenarts me later. Weet je dat ook honden van verdriet kunnen sterven?" Uit: Skönheten ska rädda världen.

Was Arne Sucksdorff als filmmaker misschien niet een beetje te perfectionistisch, vraagt Stefan Jarl ergens in het gesprek. Even is het stil. Dan antwoordt Sucksdorff: "Het leven is te kort om middelmatig te zijn. Volgens mij gaat het erom om in alles, altijd, ons uiterste best te doen - in alles wat we ondernemen. Bij het maken van films, het schrijven van een boek; in relaties die we aangaan, in de aandacht die we aan andere mensen geven."

Stefan Jarl is niet uit Zweden meegekomen met zijn film. De enige mogelijkheid tot een gesprek met Jarl is een telefonisch interview.

Na het zien van uw film ging ik de zaal uit met de vraag of de visie van oudere mensen op het leven misschien ten onrechte teveel uit beeld is geraakt.

Stefan Jarl: "Dat is wat ik denk. Jongeren zijn de koningen van onze tijd. We aanbidden jeugd en jeugdigheid. Dat is niet verkeerd, daar is niets mee mis. Maar we lijken de ouderen te zijn vergeten. We schuiven ze opzij. De samenleving behoort toe aan de jongere generatie. Zo zien we het. En we vergeten te luisteren naar wat oudere mensen ons te zeggen hebben.

"In mijn ogen is dat geen ontwikkeling waar je erg blij mee kunt zijn. Het berokkent de maatschappij schade, omdat veel van de wijsheid binnen onze samenleving uiteindelijk toch afkomstig is van oudere mannen en vrouwen. De oudere generatie heeft de jongere generatie van alles te vertellen. Maar die overdracht zijn we in het Westen grotendeels kwijtgeraakt. Dat is in feite ook de reden dat ik deze film heb willen maken. Als een kleine samenspraak tussen mij en de man die ik twee keer zo lang heb gekend als mijn eigen vader."

Waren dit de gesprekken die u met hem voerde de afgelopen veertig jaar?

"Dit waren inderdaad de gesprekken die ik vaak met hem had. Eigenlijk tot het laatste moment, in het ziekenhuis, in de laatste maanden van zijn leven. Het waren nooit zo maar gesprekken. Wat de concrete aanleiding voor een gesprek ook mocht zijn, het draaide bij hem altijd uit op het filosofische. Dat fascineerde mij. Altijd dat streven om weg te komen van het alledaagse - van de dingen die toevallig net die ochtend in het nieuws waren geweest  - naar de dingen waar het echt om gaat. Hoewel een dergelijk gesprek wel degelijk met de ochtendkranten kon beginnen. Uiteindelijk rakend aan wat er echt speelt in het leven. De vraag bijvoorbeeld hoe je er in slaagt een goed menselijk wezen te worden."

Hoe lang heeft u rondgelopen met het idee om deze documentaire te maken?

"Ik heb lang de overtuiging gehad dat ik niet de aangewezen persoon was om deze film te maken. Ik stond te dicht bij hem. Ik was te weinig kritisch, ik had te weinig afstand. Je maakt niet zo snel een film over je eigen vader. Maar op een zeker moment gebeurde er iets dat me van gedachten deed veranderen.

Arne Sucksdorff: "Mijn levensfilosofie? Die is positief. Ik ben er volledig van overtuigd dat alles wat leeft een ziel heeft, dat de natuur een ziel heeft. Hebben wij mensen een ziel? Daar is geen twijfel over mogelijk. De ziel bestaat. Vervolgens rijst de vraag: waar gaat de ziel uiteindelijk heen? Het is natuurlijk een vreemde gedachte dat onze ziel samen met ons lichaam weg zou rotten. Maar waar dan heen? Niemand weet het. Het is een mysterie. Mijn levensvisie heeft veel weg van de animistische levensbeschouwing die je tegenkomt bij dicht bij de natuur levende volkeren. Ik zou op het gebied van religie opnieuw willen beginnen, omdat de religie zoals we die nu in de wereld zien vaak zo verwrongen is. Stel je voor wat een sprong we zouden kunnen maken als je kinderen al op school zou leren dat alles in de natuur een ziel had. We zouden in een betere wereld leven." Uit: Skönheten ska rädda världen

"Ik had hem aan de telefoon, en we spraken als vanouds over van alles en nog wat - een uur of vier in de middag - en ineens had ik het gevoel dat er iets mis was. Er haperde iets in zijn stem. Niet echt verontrustend, maar het zette me aan het denken.

"Ik zei hem: waarom filmen we niet een aantal van onze gesprekken, precies zoals we die zo vaak voeren. En zo kwamen we overeen vier dagen lang opnamen te maken. Gewoon bij hem thuis, in zijn woonkamer. Arne Sucksdorff

"Maar... de eerste dag al klaagde hij over moeheid. En de tweede dag moesten we ons gesprek voortijdig afbreken: hij wilde rusten. We konden de volgende dag terugkomen. Maar toen ik hem de volgende ochtend belde, nam hij de telefoon niet op. Ik spoedde me naar zijn huis en vond de deur niet in het slot. Ik liep naar binnen en daar lag hij - in een soort coma.

"Gefilmd hebben we nooit meer. In het ziekenhuis slaagden de dokters er weliswaar in hem nog een maand of tien op de been te houden. Maar steeds kwam er wat tussen de geplande opnames. De ene keer was hij er eenvoudig niet toe in staat. En op andere momenten moest ik het laten afweten, zoals die keer dat ik mijn been brak. Het is er in ieder geval nooit meer van gekomen. Ik heb de documentaire gemaakt op basis van anderhalve opnamedag."

POEZIE

Belangrijk voor Arne Suckdorff, begrijp ik uit uw film, was het vinden van een balans tussen de feitelijke waarheid en de poëtische waarheid? Poëtisch durven zijn zonder de werkelijkheid ook maar een gram tekort te doen?

"Persoonlijk denk ik dat het heel belangrijk is die balans te vinden, tussen de poëtische kant van de werkelijkheid en de feitelijke kant ervan. Je wilt de werkelijkheid als filmmaker geen geweld aandoen, er geen haar vanaf wijken. Maar in de praktijk is dat allesbehalve simpel. Je kunt de waarheid nu eenmaal niet pakken door alleen naar de werkelijkheid te kijken.

"Je ontkomt er als filmmaker niet aan dingen in scène te zetten. Maar je doet dat, vreemd genoeg, juist om dichter bij de waarheid te komen. Zoals Arne Sucksdorff in zijn films wel gebruik maakte van dieren die wild oogden, maar in feite tam waren, zo maak ik in bepaalde gevallen gebruik van acteurs - om een situatie na te spelen. Voortdurend heb je als filmmaker te maken met de opgave de juiste balans te vinden tussen de poëtische kant van de werkelijkheid en de feitelijke realiteit - in een poging de waarheid te vinden.

"Het is helemaal niet moeilijk om een camera te laten lopen en opnamen te maken. Maar waar je als filmmaker naar zoekt, zijn beelden met uitdrukkingskracht: beelden die hun zeggingskracht behouden in het uiteindelijke product. Dat betekent bijvoorbeeld: durven toegeven dat het prachtige Noorderlicht dat tijdens de opnamen zo mooi leek te schijnen, uiteindelijk een plat en levenloos beeld oplevert."

Stefan Jarl: "Het is de poëtische kracht van beelden die mensen op het puntje van hun stoel doet zitten, zei Sucksdorff. Daarbij is het denk ik belangrijk dat we het poëtische niet uit de weg gaan - dat we poëtische beelden durven maken, dat we daar als filmmaker niet bang voor zijn.

"In het huidige televisietijdperk zijn we vaak zo bezig met het analyseren van de werkelijkheid; zo op zoek naar het correcte en objectieve beeldverhaal. Het beeldverhaal dat we voortdurend tegenkomen in de nieuwsmedia. Alles moet in een taal worden gegoten die snel kan worden begrepen, die snel kan worden geconsumeerd.

"Maar het werkelijke nieuws vind je vaak pas als je achterblijft nadat de nieuwsreporters het veld hebben geruimd; als je in staat bent om te blijven - in het woud, bij de Lappen, of waar je als filmmaker ook op af bent gekomen. Blijven. Een dag, een week, misschien wel een maand. Voor een film die ik heb gemaakt over de Lappen in het noorden van Zweden, heb ik acht maanden op een beeld zitten wachten.

"Wat je daarvoor nodig hebt is de moed, en natuurlijk ook het geld, om bij de mensen te blijven - om een langere tijd met hen door te brengen. Ergens te blijven en zo een relatie op te bouwen, en als het ware met je onderwerp te versmelten. Op die manier lukt het soms door te dringen tot een meer emotionele laag van de werkelijkheid - een laag die je bij een eerste of tweede contact niet hebt gezien, toen je de pet op had van nieuwsreporter."

Ergens in uw film zegt Arne Sucksdorff dat het in wezen draait om één ding: "Het oog schoonheid schenken en het oor harmonie." Een uitspraak die hem deed denken aan de woorden van de 19e eeuwse Russische schrijver Dostojevski: "Schoonheid zal de wereld redden". U koos die uitspraak zelfs als titel voor uw film.

"We dromen ervan vrij te zijn van de alledaagse overlevingsstrijd - van de noodzaak om geld te verdienen, om in leven te blijven. We dromen ervan in staat te zijn als mens te groeien en werkelijk vrij te zijn, ons werk uit de pure overlevingssfeer te halen - in vrede met elkaar te leven. Ik denk inderdaad dat schoonheid de wereld zal en kan redden - zoals Dostojevski en Sucksdorff zeiden. Ik denk zelfs dat je kunt stellen dat we verloren zijn als we het contact met die kant van de werkelijkheid verliezen."

REGENWOUD

In Zweden lijkt Arne Sucksdorff bijna vergeten. Maar in Brazilië, waar hij jaren werkte en woonde, heeft Sucksdorff nog een naam. Volgens u is dat echter meer de naam van een soort straatvechter, een man die gestreden heeft voor het regenwoud en in Brazilië veel heeft gedaan om mensen bewust te maken van de waarde van dat regenwoud. Ergens in uw film zegt Sucksdorff zelfs dat de natuur volgens hem een ziel heeft. En dat het belangrijk is om kinderen daar de ogen voor te openen. Ziet u dat ook zo?

"Volkomen. Ik denk dat het enorm belangrijk is om dat gevoel voor de natuur te helpen ontwikkelen. Wakker te maken. We zijn de natuur gaan zien als iets doods - als iets louter functioneels, iets dat alleen waarde heeft omdat wij mensen er profijt van kunnen hebben. Wat we uit het oog zijn verloren is een zeker respect voor de natuur.

"De laatste jaren zie je echter een tegenbeweging ontstaan. Vooral bij jonge mensen. Het is een reactie tegen die louter functionele manier van denken. Steeds meer mensen accepteren onze doorgeschoten functionele manier van denken niet meer. Men protesteert. Soms in de vorm van acties om dieren uit kooien te bevrijden. Omdat we tot de conclusie komen dat de natuur wel degelijk respect verdient, omdat de natuur wel degelijk een ziel heeft - zelfs als het gaat om zoiets ogenschijnlijk doods als een steen.

"Het is een protest tegen al die dingen die de oudere generatie vergeten is. Een protest tegen de opvatting dat we met dieren kunnen doen wat we willen, omdat dieren toch alleen maar een soort dingen zijn - gebruiksvoorwerpen die ons iets opleveren."

Bedoelt u dat de bio-industrie zoals we die kennen alleen mogelijk is geweest bij de gratie van een dergelijke functionele manier van kijken?

"Absoluut. Zonder een dergelijke manier van kijken zou de bio-industrie ondenkbaar zijn geweest. De bio-industrie kan niet zonder deze mechanistische manier van kijken. En tegelijk is het een manier van kijken waar steeds meer mensen afstand van nemen - die steeds meer reacties oproept. Je ziet het in de Europese Unie en hier in Zweden."

De toekomst is zo toch aan de jongere generatie?

"Een tijdje geleden was ik behoorlijk pessimistisch gestemd. Maar ik heb de afgelopen jaren veel zien veranderen. De honger op dit gebied en de bewustwording zijn enorm toegenomen. Het koude marktdenken is minder vanzelfsprekend dan voorheen. Ook in de bioscoop. Wat dat betreft ben ik inderdaad optimistischer geworden.

"Je ziet in Zweden een toenemende behoefte aan films die niet volgens de beproefde Titanic-formule worden gemaakt. Er zijn tientallen bioscopen bijgekomen die veel meer hun eigen spoor trekken. Dat is iets van de laatste vijf jaar. En een groot verschil met vroeger. Er is absoluut iets in beweging gekomen. Mensen zijn op zoek. Op zoek naar nieuwe antwoorden op oude vragen."

Grappig eigenlijk, dat zo'n simpel gegeven - de levenservaring van een oude filmmaker - zo'n aantrekkingskracht kan uitoefenen.

"Dat is iets wat mij ook zeer heeft beziggehouden: de aantrekkingskracht van Arne Sucksdorff's filmkunst. We zijn tegenwoordig zo bezig met produceren en produceren en produceren - met op de achtergrond de voortdurende vrees dat we wel eens een film zouden kunnen maken die niet aan zou kunnen slaan. Arne Sucksdorff hield zich daar helemaal niet mee bezig. Zijn korte films zijn nu bijna zestig jaar oud. Maar ze zijn nog altijd goed, je proeft de vitaliteit eraan af. Nog altijd."

Bart Hommersen 

De documentaire (Skönheten skall rädda världen, Schoonheid zal de wereld redden, 2001) van Stefan Jarl over Arne Sucksdorff is tot dusver alleen op filmfestivals vertoond. In Zweden en Noorwegen wel op dvd verkrijgbaar (Zweeds gesproken, Engelse ondertitels), samen met een aantal andere films van Stefan Jarl. Hoofdfilm op de betreffende DVD: Själen är större än världen (1985), met als extra's: Skönheten skall rädda världen (2001), De Hemlösa (1999) en Bakomfilm av Henrik Georgson (1994). Voor nadere info over Stefan Jarl en zijn films zie de links-pagina van deze website. 



Een advertentie van Google

Filmzaal

Salon
Keuken
Tuin
Reisverhalen
Atelier
Archief
Links


Home


KUNST EN NATUUR

De Zweedse filmjournalist Mats Nilsson: "Op de dag voor de Parijse vertoning Stefan Jarl's film Tijd heeft geen naam nam Jarl me mee de stad in: een tocht langs galeries en winkels. Het was in de lente van 1989. We dwaalden urenlang rond en Jarl kocht boeken over Picasso, Brueghel, Degas en Van Gogh. Als ik niet al had begrepen wat de impressionisten in hun mars hadden, dan wist ik dat nu. Ik werd verliefd op de wijze waarop Edgar Degas bijvoorbeeld ballerina’s neerzette. Op een gegeven moment hoorde ik Jarl zeggen dat grote kunst je op een andere manier naar de natuur doet kijken: 'De volgende keer dat je in de natuur rondloopt, zeg je misschien tegen jezelf: 'Mijn God, hoe prachtig allemaal. Het leven is het waard geleefd te worden'." Uit: M. Nilsson: Stefan Jarl, Resistant et poete (1991). Lees verder hier.

GREEN SCREEN

Citaat uit de Oostenrijkse documentaire We Feed The World: “Zelfs als Senegalesen achttien uur per dag in een verzengende hitte hun best doen groenten op de markt te brengen, kunnen ze nog niet concurreren met de gesubsidieerde Europese tomaat. Met als gevolg dat Afrikaanse boeren hun land verlaten en in uiterste wanhoop de hekken van Ceuta en Melilla overklimmen en de Straat van Gibraltar oversteken, om als illegaal in Zuid-Spanje te gaan werken. Hoe hard ze ook werken, ze hebben in hun eigen land geen schijn van kans. Wat ze kunnen doen, is emigreren, tenminste voor wie daar de kracht toe heeft, en hun toevlucht zoeken in Zuid-Spanje waar de goedkope tomaten op de Senegalese markt nota bene vandaan komen.”
Ik ben niet tegen globalisering, beklemtoont filmmaker Erwin Wagenhofer keer op keer na afloop van de vertoning van zijn film We Feed The Worldop IDFA 2005. “Ik denk alleen dat de prijs van onze levensmiddelen absoluut fout is. Te laag en te scheef. Landbouwproducten worden overal naar toe getransporteerd omdat de transportkosten niet eens een procent uitmaken van de verkoopprijs." Lees meer hier.


Editie 2-2007

image

Themanummer Santiago de Compostela


Meer Film in:

De sprokkelkunst van Agnès Varda in Les Glaneurs et la Glaneuse. Een les in het kijken, een uitnodiging tot het leggen van verbanden tussen de dingen en hun omgeving.  Ultragevoelige lichtmeters laten zien dat groenten, granen, eieren en zuivel licht uitstralen. Welke mogelijkheden zien Albert Heyn, Odin, twee ministeries en tal van deskundigen?  Gesprek met de 76-jarige Albert Maysles - maker van films over Christo, Marlon Brando, Leonard Bernstein, Jessye Norman, Vladimir Horowitz, The Beatles, en de Dalai Lama, die vaak toevallig op zijn weg kwamen.

Beweeg de cursor over een beeld voor een impressie (alleen in Internet Explorer). Of klik op een beeld voor een volledige inhoudsopgave.

Editie 4-2005

Gesprek met filmmaker Albert Maysles, maker van films over Christo, Marlon Brando, Leonard Bernstein, Jessye Norman, Vladimir Horowitz, The Beatles, en de Dalai Lama.

Welkomstgeschenk?

Twee edities naar keuze als welkomstgeschenk?




Maak hier uw keuze 


Editie 2-1998

De stilte van museumeiland Hombroich



Editie 4-2004

Klik op het beeld voor de inhoud.

De Olm van Bunlahy en andere verhalen.
Ierland Special



TIJD HEEFT GEEN NAAM

 Tiden har inget namn (Tijd heeft geen naam). Een film van Stefan Jarl over een uitstervende ras: kleine boeren. Een poging de kijker iets te laten proeven van het leven van de kleine boeren in de wereld. Een indringend prtret van een Zweeds boeren echtpaar. Een film ook over het collectieve geheugen van een land. Een film over tijd. Over het verschil tussen objectieve kloktijd en de innerlijke beleving van tijd, waarin de tijd soms volledig stil kan vallen. Voor ons gevoel. Een film waarin geen beeld korter duurt dan zeven seconden: Tijd heeft geen naam.
Stefan Jarl's antwoord op de Amerikaanse televisiewereld waarin geen enkel beeld langer duurt dan zeven seconden. Een bijna woordloze film, waarin  hoegenaamd niets wordt gezegd. "Een droevige en prachtige film - een pleidooi voor een meer samenhangende manier van kijken naar het leven", aldus de Los Angeles Times in een commentaar. "Een film waar ik me zonder voorbehoud aan kon overgeven", aldus de directeur van het Zweeds Cultureel Instituut in Parijs, Carl-Hendrik Svenstedt. "De bewegingen van twee mensen, afgestemd op de seizoenen: concreet en zonder zweem van nostalgie. Tegelijkertijd een kijkje in de spiegel van onze samenleving." Uit: M. Nilsson: Stefan Jarl, Resistant et poete (1991). Nadere info over de film hier of hier.



Editie 1-2005

Een persoonlijke en poëtische ontdekkingsreis van de Nederlandse kunstenares Maria Klerx door het Nederrijnse landschap op zoek naar Joseph Beuys.


Welkomstgeschenk?

Twee edities als welkomstgeschenk?




Maak hier uw keuze 




Terug naar de Filmzaal

Home


Farmer John

Het in plastic verpakte kippetje uit de supermarkt komt niet meer van een boerderij. Op de achttiende editie van 's werelds grootste docufestival IDFA realiseren publiek en jury zich met schrik hoe weinig we weten over de herkomst van ons voedsel. De film Ons Dagelijks Brood is nog niet afgelopen of de verontwaardiging klinkt alom. “Dit kan niet langer.” De industriële verwerking van 50.000 kippen wekt afgrijzen. De IDFA-jury spreekt over "nachtmerrieachtige beelden" en een "visioen van de hel". IDFA 2005 krijgt zo iets fascinerends vanwege de ontmoeting stad-platteland in hartje Amsterdam. Daar stapt warempel zelfs farmer John naar voren, hoofdpersoon uit een van de publieksfavorieten: The Real Dirt on Farmer John. De Amerikaanse bioboer die met de hulp van duizend stadse consumenten wist te ontsnappen aan de wurggreep waarin de landbouw terecht is gekomen. Docudrama over een man die zijn artisticiteit en liefde voor het land weet te verenigen met de erfenis van zijn familie. Een van de drie publiekslievelingen op IDFA 2005, met een rapportcijfer 8,9. Meer informatie, interviews en achtergrondinformatie in VA 4-2005.


Een advertentie van Google