Water in opspraak
In 2002 baarde de Belgische minister van Volksgezondheid opzien met
de aankondiging dat fluortabletten in België verboden zouden gaan
worden. Argument: potentiële aantasting van het zenuwstelsel. De
discussie die daarop losbarstte tussen voor- en tegenstanders roept de
strijd in herinnering die de Haarlemse huisarts H.C. Moolenburgh en
anderen in de jaren zeventig voerden tegen de fluoridering van het
Nederlandse drinkwater.
Internet-encyclopedie Wikipedia bevatte een paar jaar geleden nog een oude redenering: "Fluor in drinkwater helpt fluoride naar het gebit te krijgen, en dat zorgt weer voor een gezond stel tanden en kiezen." Echter, cariës is geen teken van fluoridentekort; maar een signaal van slechte voeding en/of onvoldoende mondhygiëne.
Lang geleden raakte de Haarlemse huisarts H.C. Moolenburgh betrokken bij de fluordiscussie toen hij op een zaterdagmiddag een krantenberichtje las dat de fluoridering van het Haarlems kraanwater aankondigde.Op een zaterdagmiddag in 1968 kondigde het Haarlems Dagblad de toevoeging aan van fluor in het Haarlems drinkwater. Die middag pakte H.C. Moolenburgh pen en papier en schreef een kort, maar krachtig protest naar de krant. Zijn belangrijkste argument: geen overheid heeft het recht een potentieel giftige stof in het drinkwater te stoppen. Ook niet als die stof bedoeld is om cariës tegen te gaan.
“Als ik straks de kraan opendraai, verwacht ik dat daar water uit komt; niet een medicijn waar ik niet om heb gevraagd. Straks constateert de Haarlemse Gemeenteraad in haar wijsheid nog dat er iets aan de overbevolking moet worden gedaan en dat de ‘pil’ daarom in het drinkwater mag worden gestopt.� Of, in de woorden van een Britse arts: “Als we fluor in drinkwater mogen stoppen om tandbederf aan te pakken, waarom dan geen laxeermiddel tegen constipatie?�
Moolenburgh vond in zijn brief aan het Haarlems Dagblad blijkbaar woorden voor een latent gevoel van onbehagen, want in de daaropvolgende drie maanden zou het bij de krant reacties blijven regenen. “Alsof er een dijk door was gebroken.� Haarlem zou voorlopig fluorvrij blijven.
Haags drinkwater
Dat gold niet voor tal van andere Nederlandse gemeenten. In 1968
kwam al bij twee miljoen Nederlanders gefluorideerd water uit de kraan.
Een
aantal dat in de daarop volgende jaren nog beduidend zou toenemen. Wie
fluorvrij water wilde hebben, was veroordeeld tot de dorpspomp.
Op lokaal niveau had elk gemeentebestuur een eigen stem. In de
praktijk mocht elke Nederlandse gemeente zelfstandig beslissen of de
landelijke lijn van de drinkwaterfluoridering op plaatselijk niveau zou
worden gevolgd.
En zo kon het gebeuren dat de Heemsteedse patiënten in Moolenburghs praktijk gefluorideerd water dronken; en dat zijn Haarlemse patiënten fluorvrij water dronken.
In Den Haag nam de gemeenteraad in 1967 na lang beraad het besluit om geen fluoride in het drinkwater te stoppen. De voorzitter van de landelijke Gezondheidsraad sprak daar vervolgens schande van. Hij noemde het Haagse gemeentebesluit ‘in strijd met de volksgezondheid’ en betitelde de gemeente Den Haag minachtend als ‘het Elspeet van Zuid-Holland’.
TUSSENKOP
De drinkwaterfluoridering hield de gemoederen in die jaren flink bezig. In 1966 maakte de zanger en pianist Jules de Corte een liedje over het vraagstuk. Drink maar volop water mensen, ook al zit er fluor in, en mocht u geen fluor wensen neem het toch maar uit gemeenschapszin. Durf in kinderlijk vertrouwen op de overheid te bouwen, die toch slechts het beste voor ons wil. zij omringt ons met hoor zorgen en wie weet verstrekt ze morgen ongevraagd, via de kraan de pil.
De strijd met de overheden was al die jaren wonderlijk ongelijk,
herinnert Hans Moolenburgh zich. Hij schreef er een meeslepend,
relativerend, soms ronduit hilarisch boek (Fluoride The Freedom Fight,
1987) over. De uiteindelijke overwinning kwam feitelijk onverwacht; had
in ieder geval in zijn
ogen iets verbijsterends. “Alsof een kleine jongen een bananenschil op
straat legt en een reus daar vervolgens over struikelt. Natuurlijk
hadden we graag de rol van held willen spelen. Maar de
eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we ons naar het happy end toeblunderden. Geen van
de anti-fluorstrijders had ook maar iets weg
van een James Bond of een Robin Hood. We leken meer op Laurel &
Hardy, Charlie Chaplin en Mickey Mouse.�
Welvaart
Het idee om het drinkwater te gaan fluorideren kwam in Nederland op
in
de naoorlogse jaren. De welvaart nam zienderogen toe en daarmee ook de
gebitsproblemen. In Amerika leek gefluorideerd water het glazuur harder
te kunnen maken. Waarom dan niet ook in Nederland?
De gemeente Tiel viel de eer te beurt het gefluorideerde water uit
te
mogen proberen; Culemborg zou fungeren als controlegemeente. “In Tiel
en Culemborg gaat een prachtig – experiment plaatsvinden,� zo meldden
de lokale kranten in 1952, onder verwijzing naar de wenselijkheid van
een gezond gebit.
De bevolking zelf werd niet geconsulteerd. Moolenburgh
terugblikkend:
“Niemand kwam op het idee dat een medisch experiment eigenlijk niet
getolereerd kan worden in een democratie. Op het moment dat de Staat
het drinken van een medicijn onontkoombaar maakt, zonder de burger om
toestemming te hebben gevraagd, en zonder de burger
uitwijkmogelijkheden aan te bieden, houdt democratie op te bestaan en
is er in feite sprake van een totalitaire staat.�
De overheid die als een wijze vader over zijn kroost waakt? “Alsof
we
een stap terugzetten in de tijd, naar de tijd van de priesterkoningen
van weleer, echter zonder hun wijsheid.�
Aan de andere kant leken ook de burgers het experiment zonder slag
of
stoot te accepteren: “Burgers kwamen niet bijeen om zich te beraden, er
waren geen protesten of volksopstootjes, er gebeurde eigenlijk niets.
Burgers werden behandeld als vee dat op een ander dieet werd gezet, en
het vee tolereerde die behandeling op de meest passieve wijze.�