Artikel uit VA-Magazine / Vruchtbare Aarde 1-2007

Foto Vruchtbare Aarde

Editie 1-2007

image
Interview: H.C. Moolenburgh


Editie 1-2010

image

Dit nummer los bestellen


Artikel uit:

image

In editie 1-2010: speciale aandacht voor zangeres Rajae, boomchirurg Jorn Copijn, de Britse reisauteur Chris Stewart, violiste Hester Ingen Housz en de oproep van tandarts Fred Neelissen om alle tandpasta fluorvrij te maken. Verder: belevenissen rond de aankoop van een melkopschuimer van de firmaa Blokker; olijfolie van eigen oogst; de columns van H.C. Moolenburgh en Amalia Baracs. En: het vervolg van de speurtocht van Selma Sevenhuijsen door Etruskenland.




image
Home


DVD Najac

VA's Webwinkel

Water in opspraak 3

In 2002 baarde de Belgische minister van Volksgezondheid opzien met de aankondiging dat fluortabletten in België verboden zouden gaan worden. Argument: potentiële aantasting van het zenuwstelsel. De discussie die daarop losbarstte tussen voor- en tegenstanders roept de strijd in herinnering die de Haarlemse huisarts H.C. Moolenburgh en anderen in de jaren zeventig voerden tegen de fluoridering van het Nederlandse drinkwater. Deel 3.

Een van de eersten die in Nederland op een onverwacht medisch effect van de drinkwaterfluoridering stootte, was een arts uit Tiel – Nederlands eerste fluorgemeente – midden jaren zestig. Er kwam in die dagen veel bronchitis voor in Tiel. Maar deze dokter Asselbergs vond in het speeksel van de bronchitispatiënten niet de verwachte micro-organismen, maar een vreemde schimmelvorming.

Ze rapporteerde haar vondst intern binnen het streeklaboratorium waar ze werkte, maar stuitte op weerstand en irritatie. Moolenburgh ontmoette Asselbergs jaren later toen zij de ondankbare taak op zich had genomen gemeentebesturen te waarschuwen voor mogelijke neveneffecten van drinkwaterfluoridering. “In de jaren zeventig zou onderzoek inderdaad bevestigen dat schimmels door fluoride sneller groeien. Maar in de jaren zestig kwam die melding klaarblijkelijk te vroeg.�

Censuur

In 1971 maakte Moolenburgh voor het eerst mee dat hij een patiënt van zijn klachten af kon helpen door deze simpelweg over te laten stappen van gefluorideerd leidingwater op fluorvrij mineraalwater. In dit eerste geval ging het om een zwaar astmatisch baby’tje uit de gefluorideerde gemeente Velsen.

Andere voorbeelden zouden spoedig volgen. Moolenburgh werd uitgenodigd voor een interview op de Nederlandse tv over zijn bevindingen. Vrienden van hem die de uitzending hadden gezien zeiden hem in deze kwestie “zo opvallend mild� te hebben gevonden in zijn kritiek. Na het horen van deze reacties realiseerde Moolenburgh zich dat zijn belangrijkste kritiekpunten na de opnames uit de uitzending waren gesneden.

Ondanks de censuur ontving Moolenburgh in de daarop volgende maanden honderden brieven van televisiekijkers met verhalen over mogelijke fluorvergiftiging. Meldingen van klachten die weggingen na het overschakelen op niet-gefluorideerd water en weer terugkwamen met het terugvallen op gefluorideerd kraanwater en die wederom weggingen na een hernieuwde overstap op niet-gefluorideerd water.

Moolenburgh: “Dit soort bewijs kwam keer op keer op tafel. In veel gevallen waren deze patiënten eerst naar hun huisarts gegaan met hun ontdekkingen. Maar bijna altijd had de arts om deze dwaze veronderstellingen gelachen en hun patiënt de verzekering gegeven dat het pure inbeelding was. Hadden ook de gezondheidsautoriteiten niet meermaals de verzekering gegeven dat de drinkwaterfluoridering absoluut veilig was?�

Hoofdpijnen

In de praktijk is het, meent Moolenburgh, voor een huisarts ondoenlijk om frequent voorkomende klachten als huidproblemen, vage buikklachten, hoofdpijnen en gewrichtsklachten te herleiden tot de fluoridering van het water uit de kraan. “Als je als huisarts dan ook nog eens van hogerhand de verzekering krijgt dat er geen neveneffecten te vrezen zijn, is de kans nihil dat een huisarts op zijn volgepakte spreekuur enige link met fluoridering zal weten te leggen.�

Ook binnen Moolenburghs eigen huisartsengroepje was de scepsis aanvankelijk groot. Daar kwam pas verandering in na de ervaring van een collega die had geklaagd over een hardnekkige, zeurderige pijn in zijn buik (Moolenburgh: “Ook huisartsen zijn bang om kanker te krijgenâ€?). Nadat de huisarts was overgestapt op niet-gefluorideerd water bleek zijn buikpijn binnen enige dagen verdwenen te zijn. Maar een paar weken later belde de man Moolenburgh met de melding dat de pijnen toch weer waren teruggekomen. 

Het ogenschijnlijke verband met drinkwaterfluoridering was dus denkbeeldig geweest, zei hij. Na wat heen-en-weer-gepraat bleek de huisarts geassisteerd te hebben bij een bevalling. En tijdens het wachten had hij een kop koffie gedronken, vanzelfsprekend gezet met gefluorideerd water uit de kraan. “Een prachtige dubbelblinde test.� De huisarts beperkte zich vanaf dat moment tot fluorvrij water en de buikpijnen keerden in zijn geval niet meer terug.

Naïviteit

In de jaren dat het fluordebat duurde kwam Moolenburgh geleidelijk tot de conclusie dat het debat veel weg had van een soort oorlog. In het boek dat hij over zijn ervaringen schreef (Fluoride, The Freedom Fight, Mainstream Publishing, 1987) passeren de meest ongelooflijke voorbeelden de revue, zoals die keer dat hij zijn medewerking had gegeven aan een live-uitzending en de kijkers elke keer als Moolenburgh aan het woord kwam een foto voorgeschoteld kregen van een kind met rotte kiezen.

Ook het boek dat H.C. Moolenburgh over zijn fluorervaringen schreef voor een Engels lezerspubliek, heeft een bizarre ontstaansgeschiedenis: “Ik had het manuscript op Engels laten corrigeren en vervolgens opgestuurd naar mijn uitgever. Op een goede dag lag de drukproef op mijn bureau. Toen bleek dat ze in Engeland het hele boek hadden veranderd. Alles wat ‘gevaarlijk’ was, bleek eruit gehaald. Op andere plekken was de tekst compleet herschreven.

“Ik belde de uitgeverij. Ik zei: ‘Mijn boek is totaal veranderd. Wie heeft dat gedaan?’ De uitgever was afwezig, maar zijn plaatsvervanger zei dat zoiets bij zijn uitgeverij ondenkbaar was. In het gesprek viel de naam van de vertaalster, een Engelse dame die ik in de jaren ervoor had leren kennen als een felle pleitbezorgster van drinkwaterfluoridering.�

Het boek (Fluoride, The Freedom Fight) leest als een thriller. Opmerkelijk hoe mild de schrijver oordeelt over zijn ‘tegenstanders’. Aan het eind van het boek spreekt Moolenburgh zelfs over toneelspelers in hetzelfde stuk — van de hoogleraar preventieve geneeskunde die van geen neveneffecten wil horen en een volle zaal bespeelt door een glas water op te drinken en uit te roepen dat gefluorideerd water ‘heerlijk smaakt’ en de journalist van De Waarheid die in 1976 schrijft dat het ‘een schande’ is dat kinderen door tegenstanders van drinkwaterfluoridering het genot van snoepen wordt onthouden tot minister Irene Vorrink die in de laatste fase van het debat een soort fantasie-instrumentje uit haar hoed toverde, dat volgens haar aan de waterkraan kon worden gemonteerd, om de fluor weer uit het gefluorideerde water te filteren.

In de ogen van Moolenburgh waren het allemaal spelers in een in feite groots toneelspel. Iedereen zijn rol. De een voor- de ander tegenstander. Een spel met een groot, merendeels zwijgend publiek. “Dank u wel, Nederlands publiek dat zoveel zoetigheid heeft gegeten dat men er rotte tanden door heeft gekregen, waar vervolgens een rotte fluoridering op is bedacht en waar weer een interessant gevecht uit voort is gevloeid... Wat een voorrecht om te leven.�
Het bovenstaande is geschreven op basis van H.C. Moolenburgh's boek Fluoride: The Freedom Fight (Mainstream Publishing Company, Edinburgh, 1987): de herinneringen van H.C. Moolenburgh aan het jarenlange debat over de drinkwaterfluoridering in Nederland, rond 1970. Het artikel is afkomstig uit VA editie 1-2007. Meer info, klik hier.