De vissershut van Derek Jarman
Na een regenbui snoof filmmaker Derek Jarman buiten de geur op van
lavendel en salie. Op een kiezelstrand in het zuidoosten van Engeland,
met een atoomcentrale als buurman, viel de Britse avant-gardefilmer als
een blok voor de vissershut met gele luiken. Daar schiep hij met veel
vallen en opstaan een tuin met zeekool, gaspeldoorn en vlier, waar hij
zich in zijn laatste levensdagen nog graag vanuit het hospitaal naar
toe liet rijden - voor ‘groene therapie en kleine taken’, zoals hij
zelf zei. Prospect Cottage is een van de favoriete tuinen van de
redactie van Onze Eigen Tuin,
die blijken te liggen in Europa en Azië.
Kan een tuin
zich, zonder dat je er lijfelijk geweest bent toch in je
onderbewustzijn
nestelen als ijkpunt voor andere tuinen? Bij mij heeft de tuin van
Derek Jarman
aan de Engelse zuidkust die positie. Ik ben er nooit geweest, wil er
niet naar
toe, maar koester de gevoelens die ik had bij het lezen van de
dagboeken van de
maker. Constant aanwezig zijn de ongeremde passie voor de elementen, de
griezelig hoge intensiteit waarmee seizoenen beleefd worden en de aan
doordrammerigheid grenzende weetgierigheid.
In het voorjaar
van 1986 bezoekt Derek Jarman, beeldend kunstenaar, schrijver en filmer
de
vuurtoren van Dungeness. Hij stuit daarbij op een vissershut op het
strand en
raakt op slag verliefd op de zwartgeteerde hut met de felgele kozijnen.
Vrienden verklaren hem voor gek. Jarman, gewend aan tegenwind wordt er
alleen
maar door gestimuleerd.
Het huis wordt Prospect Cottage gedoopt, Huis der
Verwachting of Het Verschiet, hoognodig in Jarman’s situatie, hij heeft
aids.
Met de nerveuze energie iemand eigen die weinig tijd heeft, stort hij
zich op
zijn projecten, waaronder ook Prospect
Cottage. Hij schrijft een filmscript waarin het huis een centrale
rol
speelt. En hij verblijft er veel, slechts vergezeld door een krassende
kraai.
Van het strand
sleept Jarman door zout uitgebeten stokken, gladgeslepen stenen,
roestige veren
of grijze schelpen mee naar huis. Wars van ‘gemaaide gazons met
woestijnen vol
fuchsia’ ontstaat met veel vallen en opstaan een unieke vegetatie op
‘gods
meest vergeten locatie’.
Jarman
experimenteert driftig met planten rond het huis. Verhoogde bedden van
bielzen
worden gemaakt om meer planten te kunnen laten overleven. Stokken en
stenen
worden gebruikt om de hondsroos te ondersteunen of wind weg te nemen.
En die wind is in
Dungeness fris en ongenadig. Oostenwind is het ergst (‘zoute tranen die
de tuin
verbranden’). Westenwind deelt alleen een pak slaag uit. En na een
regenbui
gaat Jarman naar buiten om de geur op te snuiven van lavendel en salie.
...