Historische woorden
Een verhaal dat binnen onze familie elke paar jaar wel weer een keer verteld wordt op feesten en partijen, is een ervaring van mijn moeder, vele jaren geleden inmiddels. De herinnering aan een natuurkundeles waarin leerlingen ongelovig tuurden naar een onbegrijpelijke paragraaf in hun opengeslagen natuurkundeboek. De lesstof was niet makkelijk.
Vanuit de klas was zojuist een vraag gesteld en daarop was de leraar uit het boek gaan voorlezen. Volledig opgaand in de lesstof. Om aan het eind van de paragraaf gekomen, de volgende historische woorden uit te spreken: “Ja... dat... is duidelijk�, en vervolgens de bladzijde om te slaan, klaar voor een nieuwe uitdaging.
Een knappe kop is niet automatisch een goede leraar. Bij reparatiecentra van elektronica weten ze daar alles van. Ontwerpers van apparaten hebben vaak geen idee hoe consumenten tegen een apparaat aankijken. En het schrijven van een goede handleiding lijkt voor bedrijven helemaal een onneembare horde te zijn. Van alle apparaten die de klanten naar reparatiecentra sturen ("hij doet het niet") schijnt maar in de helft van de gevallen sprake te zijn van een technisch defect. Bij de andere helft weet de consument gewoon niet wat hij ermee aan moet.
Onvergetelijk is het verhaal van een Eindhovense hoogleraar in de apparatenkunde, de naam is me ontschoten, die zelf een gloednieuwe thermostaat in zijn huis had geïnstalleerd. Of liever gezegd: hij had een nieuwe thermostaat proberen te installeren. Diezelfde nacht werd hij wakker van de hitte. Bloedheet was het. Hij stapte uit bed, liep snel naar de thermostaat om tot de ontdekking te komen dat de temperatuur inmiddels was opgelopen tot veertig graden.
Philips zou wakker zijn geworden nadat Philips-managers eens naar huis waren gestuurd met de opdracht een aantal Philips-apparaten aan de praat te krijgen. Het geklungel van de eigen managers sloeg bij Philips in als een bom. In Eindhoven is inmiddels een serie ruimtes ingericht waar 34 verborgen camera's proefpersonen volgen bij het aansluiten van elk denkbaar apparaat. “Maar als ik die lui van Philips een tip mag geven,� voegt een oud-directeur van de Ombudsman daar in een interview met de Volkskrant aan toe: “Zoek de mensen dan thuis op. Vraag ze de voorkeuzetoetsen van hun telefoon in te stellen of hun dvd-recorder te programmeren. Dan zullen die onderzoekers eens wat meemaken.�
Een opwekking die doet denken aan het gloedvolle pleidooi van voormalig hoogleraar anesthesiologie in Utrecht, Bob Smalhout, om de patiënt terug in het centrum van de geneeskunde te plaatsen. “Natuurlijk kost het tijd om een patiënt zijn verhaal te laten vertellen en natuurlijk is huisbezoek tijdverslindend,� zegt hij in een van zijn columns in De Telegraaf. “Maar de arts die de patiënt in zijn eigen omgeving observeert krijgt veel meer nuttige informatie dan van een scherm vol laboratorium- en röntgengegevens.�
Richard Horton, hoofdredacteur van één van de belangrijkste geneeskundige tijdschriften, The Lancet, legde in 2003 in Medisch Contact de vinger op een soortgelijke plek toen hij zei: “Zou het niet geweldig zijn als ergens een hoogleraar zou worden benoemd, niet omdat hij tien miljoen dollar weet op te hoesten voor baanbrekend wetenschappelijk onderzoek, maar uitsluitend omdat hij een heel goede dokter is?�
Dokters, zegt Horton, zijn geen wetenschappers. En ze zouden ook geen wetenschappers moeten willen zijn. Het leidt in de praktijk alleen maar tot heel veel onvrede bij de patiënt en onterecht hoog opgeklopte verwachtingen. Wat er volgens Horton in de geneeskunde verloren dreigt te gaan is de mens. En met de mens de notie dat “je als dokter erkenning, respect en aanzien kunt verwerven vanwege je vaardigheden in de omgang met patiënten. Laten we wat nederiger worden en erkennen dat de beste chirurgen, de beste dokters iets hebben wat je niet kunt omschrijven in een wetenschappelijk artikel van vijf pagina's.�
Waar het in bovenstaande voorbeelden om gaat is het vermogen ‘iets’ – een apparaat, een les uit een natuurkundeboek, de kwaliteit van een groente, de gezondheid van een mens, de planologische inrichting van een gebied, een verkeersprobleem – in een grotere context te plaatsen. Hoe beter we daar in slagen, hoe meer mogelijkheden zich aandienen, hoe levensechter het probleem wordt; allerlei onvermoede relaties worden zichtbaar en het leuke is dat zich ineens ook andere, nieuwe oplossingen aandienen. Een thema dat we in dit nummer in tal van artikelen zullen tegenkomen. Let ook eens op het artikel over zelfmedicatie bij dieren. Het wonderlijke vermogen van dieren zichzelf te helpen genezen is minstens zo interessant als het feit dat wetenschappers zo lang hebben geaarzeld om de bestudering ervan ter hand te nemen.