Natuurlijke effectiviteit
Zoekend naar een lege videoband is daar ineens een vergeten opname uit een zomerse NOVA-uitzending. Volgens een Franse psychiater, zo meldt Jeroen Pauw, zou 70 % van de antidepressivagebruikers goed af zijn met een natuurlijke behandeling. Minstens zo goed. “Maar,� zegt een Nova-reporter vervolgens tegen psychiater David Servan- Schreiber, “ik ken geen enkele arts die me visolie, yoga en oogtherapie zal voorschrijven.�
De verklaring is volgens Servan-Schreiber dat het hier gaat om natuurlijke methoden. “Je kunt nu eenmaal geen patent aanvragen op vis of op oogbewegingen of op vijfduizend jaar oude ademhalingsoefeningen. “Daarom is er tot dusver weinig belangstelling voor geweest. Maar ik denk dat dit gaat veranderen.
"Het is niet normaal dat een op de tien vrouwen antidepressiva gebruikt en dat een op de drie Amerikaanse patiënten in een consult antidepressiva voorgeschreven krijgt. Het is een volledig doorgeschoten voorschrijfgedrag. Als psychiater kost het me tien minuten zo'n recept uit te schrijven. Terwijl er twee à drie sessies van anderhalf uur nodig zijn om pijnlijke, traumatische ervaringen te behandelen met de oogbewegingstherapie EMDR. Maar het effect is dan wel blijvend. De patiënt heeft er veel meer aan: de natuurlijke verwerkingsmechanismen in zijn eigen lichaam worden aangesproken.�
Het interessante aan Servan-Schreibers betoog is dat het onmiddellijk doet denken aan het verhaal waarmee oudmilieuminister José Lutzenberger de laatste jaren van zijn leven de wereld rondreisde. Aandacht vragend voor natuurlijke middelen als yoghurt, gesteentemeel, wei en humusextracten in de landbouw. Even onbekend als effectief bij agrarische ziekten en plagen.
“Waar we aan moeten wennen,� zei Lutzenberger, “is dat dergelijke natuurlijke methoden niet tegen plaagorganismen zijn gericht, maar van binnenuit werken: ze helpen het gewas oninteressant te maken voor plaagorganismen.�
Maar als natuurlijke methoden zo goed kunnen werken - zo luidt een standaardtegenwerping - waarom hebben we er dan niet al veel eerder over gehoord? Dat bevreemdt David Servan-Schreiber ook. “Pas aan het eind van mijn opleiding stuitte ik voor het eerst op natuurlijke methoden in de behandeling van angst, depressie en stress. We zijn blijkbaar zo gewend de oplossing van problemen buiten onszelf te zoeken, dat we voorbij gaan aan de mogelijkheden die het organisme zelf biedt ter genezing.�
In VA 4/2005 aandacht voor een vergelijkbaar thema: de resultaten van een meer natuurlijke omgang met paarden. Bij een eerste kennismaking is het voor leken vaak ongelooflijk om te zien wat er op dit gebied te bereiken valt bij moeilijke, agressieve, soms getraumatiseerde paarden. Zonder enige stemverheffing of zweepgebruik.
Ook de 78-jarige filmmaker Albert Maysles (zie het interview op p. 24) blijkt tot een interessante ontdekking te zijn gekomen; lang geleden in feite al, toen hij de overstap maakte van psychotherapie naar de filmwereld. Er is wat hem betreft een opvallende parallel tussen psychotherapeuten en filmmakers. “Er zijn therapeuten met grote technische vaardigheden die falen omdat ze het vermogen missen met een open blik naar een ander te kijken. En er zijn filmmakers die technisch heel goed zijn, maar die bij wijze van spreken niemand recht in de ogen kunnen kijken. Daardoor slagen ze er niet in door te dringen tot iemands hart.� De ware controle, stelt Maysles, komt altijd van binnenuit. Met openheid en respect als sleutelwoorden.