Marten Toonder over Sinterklaas en de dubbeltjesboom
DE KRACHT VAN BEELDEN
In 2001 en 2003 voerde Vruchtbare
Aarde twee lange gesprekken met Marten Toonder - de geestelijk
vader van Olie B. Bommel en Tom Poes. Aan het eind van dat
eerste interview kwam Sinterklaas even langs. Voor Toonder een
voorbeeld van een beeld met een grote zeggingskracht. Iets dergelijks
geldt voor de 'dubbeltjesboom'.
Vraag: Als kind al boezemde het geloof op de zondagsschool u afkeer in. Niet dat u daarmee alle gelovigheid aan de kant wilde schuiven, zei u, want u wist zeker dat Sinterklaas bestond. Ik vond dat een intrigerende uitspraak. Op jonge leeftijd gelooft immers iedereen in de Sint. Maar dan komt, ook voor iedereen, het moment dat Sinterklaas van zijn troon valt. Sinterklaas is vanaf dat moment gewoon een verklede man. Vreemd genoeg kan er dan nog een derde fase volgen... als je met een kind aan het handje op Sinterklaas en zijn paard staat te wachten en je je ineens bewust wordt van de kracht van het beeld. Is dat wat u bedoelt?
Marten Toonder: “Ja, dat is wat ik bedoel, de kracht van het beeld.
En dat beeld heeft een enorme kracht. Een erg gevoeld symbool.
Natuurlijk bestaat Sinterklaas niet als verklede man. Op mijn zesde
jaar kreeg ik bezoek van een oude buurvrouw, die zich als kindervriend
had verkleed. Ik herkende haar meteen, maar ik accepteerde haar toch
als Sint.
“En daarom is Sinterklaas maken
even belangrijk als het maken van iets
materieels. Het is méér dan wat het lijkt. En dat zie je aan de
herinnering, aan de emotie die dit soort beelden wakker maakt in
kinderen - hoe sterk dat alles is! Het is echter ook een gebied dat
anders nooit aangeraakt wordt. Alleen op deze toch enigszins afgekauwde
manier.
Een innerlijk gebied dat eigenlijk op zoveel meer manieren levend zou
moeten
blijven. Zoals het in Ierland zo lang levend gebleven is.�
Tussen Laren en Blaricum ligt een bospad waar ik met mijn kinderen in de loop der jaren vaak overheen ben gelopen. Langs het pad staat een beukenboom, waar allerlei stammen uit groeien, zodat er een soort van holte is ontstaan. Zolang als ik me kan herinneren. noemen we die boom 'de dubbeltjesboom’. Elke keer dat we daar langskomen, rennen mijn kinderen voor me uit, op zoek naar de paar dubbeltjes die ze daar altijd vinden, terwijl wij er hard achteraan moeten rennen om de dubbeltjes heimelijk op hun plek te leggen. Toen mijn oudste dochter ouder werd, kreeg ze er moeite mee, omdat ze wist dat wij de munten erin legden, terwijl ze tegelijkertijd moeite had afscheid te nemen van het oude verhaal. "Je vermoedt dat daar in die bomen iets zit - dat er iets in leeft", zei u eens over bepaalde oude bomen, honderden jaren oud, die zo vreemd en kronkelig waren, met gaten erin, waar u met open mond naar stond te kijken. Die twee aspecten van het leven lijken bij u vlak naast elkaar te liggen, is het niet? Maar waar gaat de kracht van het beeld nu over in de werkelijkheid?
“Zoals u het vertelt, volgt het een uit het ander. Het feit dat u het
doet: waarom doet u het? Om uw kinderen voor de gek te houden? Gelooft
u in die boom? Ja, u gelooft in die boom. Die boom zelf, die doet die
dingen nu eenmaal niet. Maar het zou jammer zijn als het geloof weg
ging. Dus dan is het belangrijk dat u zorgt dat die dingen doorgaan.
“Hetzelfde geldt voor Sinterklaas: die komt maar niet uit zichzelf. Dat is vervelend. Dat is een tekortkoming. Nu moeten wij met onze geest zorgen dat het weer wordt goedgemaakt. Geest en stof staan niet vijandig tegenover elkaar. Ze kunnen heel goed samenwerken; als de stof maar erkent dat de geest nodig is in alles wat hij doet.
“Het is een wereld die ook bestaat. En nu kun je wel zeggen: ja, ik laat hem bestaan, want ik doe dit en daardoor lijkt het alsof. Maar waar komt het vandaan? Ja, het is zeker ook een kracht die er is! Een kracht die niet met een druk op de knop tevoorschijn komt. Dat maken onze hersens er weer van. Die zeggen: ‘O, dit is een dubbeltjesboom, dus daar liggen dubbeltjes’. Maar waarom liggen daar dubbeltjes? Die boom kan wel helemaal geen reden hebben om daar dubbeltjes neer te leggen, op een bepaald moment. Of hij houdt op met dubbeltjes leggen en legt er iets anders neer.
“Er is iets met die boom. Maar u hoeft niet te dicteren wat dat zal zijn. U zegt: het zijn dubbeltjes. Voor het gemak. De hersens vinden dat makkelijk. Die maken er dubbeltjes van. Maar u weet dat het een bijzondere boom is. En uw geest is in ieder geval zo soepel dat die daaraan meewerkt en het waar maakt.
“Kinderen zijn wat dat betreft natuurlijk gezegend. Die zijn nog helemaal open. Die kennen de grenzen niet. ‘Sinterklaas - wat is dat precies voor een man?’, vragen ze. En dan ga je dat als volwassene uitleggen: ‘Dat is een hele goede man’, zeg je, ‘die zo goed is voor kinderen, die cadeautjes geeft en zo.’ Maar voor kleine kinderen is het helemaal nog niet zo belangrijk dat ze cadeautjes krijgen. Het zien van Sinterklaas alleen al is voor hen een grote openbaring. Daar kunnen ze helemaal opgewonden van raken: ‘Hoor, Sinterklaas zit op het dak.’
“Van het idee raken ze bevangen. Ze hoeven in feite niets te hebben. Hoe ouder ze worden, hoe groter de behoefte aan geschenken. Daarna wordt het geloof materieel. Maar het materiële is gewoon een uitvloeisel.
“Die dubbeltjesboom vind ik een geweldige uitvinding. Hoewel ik denk dat u vooral niet elke keer dat u er komt, moet zorgen dat er dubbeltjes liggen... Ook wel eens een keer niet.�
Ook wel eens een keer niet?
“Ook wel eens een keer niet!�