Een sympathieke misleid(st)er
Na de verkiezing van Barack Obama schreef voedseljournalist Michael
Pollan een Open
Brief aan de nieuwe Farmer in Chief:
een oproep tot transformatie van de Amerikaanse voeselproductie. Aan de
vooravond van Pollans bezoek aan Nederland schreef Louise Fresco een column
in NRC-Handelsblad over deze "sympathieke, maar misleidende
goeroe". VA stuurde de volgende ingezonden brief naar de NRC, die op
verzoek van de redactie tot 300 woorden werd teruggebracht
maar uiteindelijk niet werd geplaatst.
Wie in Fresco’s column (“Een sympathieke, maar misleidende guru�) op zoek gaat naar de misleidingen en demagogie waar de auteur en hoogleraar Journalistiek uit Berkeley, Michael Pollan, in zou grossieren krijgt allereerst een proeve van eigen kunnen. We krijgen te horen dat Pollans universiteit “niet toevallig� in Berkeley kan zijn gelegen, omdat de “tegenbeweging uit de jaren zestig� aldaar experimenteerde met “spannende combinaties als boeddhisme en brood bakken� en er dus “alle reden is Pollan serieus te nemen.�
Fresco blijkt te weten waarom Pollan zo populair is. “Hij appelleert aan het romantische beeld van het ouderwetse platteland.� En voor wie niet op eigen kracht kan bedenken hoe verschrikkelijk dit stigma is: “Het verlangen naar het voedsel en de samenleving van vroeger is ten diepste egocentrisch.�
Het is alsof Michael Pollan voor Fresco het schrikbeeld symboliseert van iemand die niet van de tijd is en de verworvenheden van de landbouw terug zou willen schroeven, richting vooroorlogse prehistorie en waar (en nu even de ogen uitwrijven) “dieren weer het land bewerken�. En dan volgt een litanie van schimpscheuten over diens “kortzichtige� ideeën die boeren tot “zwaar werk en armoede� zullen veroordelen en groente en fruit tot een privilege van de rijken zullen maken.
We nemen het voorbeeld van East New York, een buurt in Oost-Brooklyn, waar in het huidige tijdperk met zijn ‘geweldige vooruitgang op gebied van hygiëne en voedselsamenstelling’ (om Fresco nog maar eens te citeren) op elke hoek een fastfoodtent zit, maar verse groenten niet te krijgen zijn.
In deze wijk van New York, zoals de New-Yorkse journalist Bill Moyers eind 2008 duidelijk maakte, is er in een straal van vele kilometers geen supermarkt te bekennen. Wie een groente wil kopen, moet zijn heil vele kilometers verderop zoeken.
Sinds kort is er op zaterdag echter een boerenmarkt. Een van de duizenden die er de afgelopen jaren landelijk zijn bijgekomen. “Met een prachtig aanbod aan verse kruiden, groenten en vis.� Groenten en fruit afkomstig van toeleveranciers net buiten de stad en voor een deel afkomstig uit een opgeknapt stuk land binnen de eigen buurt dat van een soort vuilnisbelt is omgetoverd in een groene oase, zoals Moyers tevreden vaststelt. Elke zaterdag wordt er een verse voorraad kruiden, oregano, boerenkool, bonen en bieten geoogst. Voor een appel en een ei kunnen buurtgenoten hun eigen stukje land bijhouden.
Bill Moyers: “Er is sprake van een gezondheidscrisis in East New York. Een op de zes volwassenen kampt met diabetes – bijna twee keer zoveel als het gemiddelde in de hele binnenstad van New York. Bijna een op de drie mensen kampt met overgewicht. De belangrijkste oorzaak van voortijdige sterfte: hartproblemen. In tien jaar tijd is het aantal mensen dat hiervoor medisch behandeld wordt met 35% gestegen.� In dit licht bestempelt Moyers de beschikbaarheid van goed voedsel als een kwestie van leven en dood. Meer in het algemeen: “Er is sprake van een crisissituatie als het gaat om de beschikbaarheid van vers voedsel in Amerikaanse binnensteden.�
Het pleidooi voor meer “locaal� voedsel is aan Fresco niet besteed. Volgens haar vergeten we de stedelijke armen. ‘We’ worden in het algemeen ook helemaal niet ongezonder, weet Fresco, om het vervolgens te doen voorkomen alsof het voorkomen van voedingsgerelateerde chronische ziekten een relatief probleem is dat serieuzer lijkt dan het is door het afnemen van de sterfte aan infectieziekten. Zouden de statistieken in Amerika dan niet kloppen? Is het aantal diabetespatiënten in de VS in de afgelopen 25 jaar dan niet verdrievoudigd?
De realiteit is dat in de Amerikaanse landbouwpolitiek, zoals Obama recentelijk nog aanstipte, miljarden aan belastinggeld weglekken naar grote industrieel werkende boeren, terwijl familiebedrijven de grootste moeite hebben het hoofd boven water te houden. Een van de politieke discussiethema’s op dit punt is het door elkaar lopen van politiek en agro-industriële belangen in Washington.
Waar het om gaat is dat de Amerikaanse landbouwpolitiek zwaar inzet op het financieel ondersteunen van slechts een handvol landbouwgewassen (soja, mais, rijst, tarwe), met een trits aan neveneffecten. In plaats van grass-fed runderen, om een voorbeeld te noemen, zet de staat Iowa zwaar in op de productie van fastfoodingrediënten, omdat de subsidie daar heengaat. Een op de drie Amerikanen heeft last van zwaarlijvigheid. En de Amerikaanse landbouw zet zijn kaarten op maïs en soja, alsof er sinds Nixons landbouwminister Earl Butz (die op zijn oude dag overigens ook zo geërgerd kon raken door alles wat riekte naar organic en local) niets in de VS is veranderd.
De Amerikaanse landbouw is een landbouw die gesubsidieerde maïs en soja omzet in goedkope, maar tegelijk uitermate winstgevende “burgers, chops, and kipnuggets�. In de woorden van Pollan: “We zetten maïs om in fructoserijke maïssiroop om frisdranken mee te zoeten. We zetten maïs en soja om in goedkoop bio-industrieel vlees. Van soja maken we verder gehydrogeneerde sojaolie, waar we alle fastfood in bereiden, berucht vanwege zijn schadelijke transvetzuren. Feitelijk subsidiëren we in Amerika fastfood.�
Berkely, door Frecso fijntjes neergezet als bakermat van “spannende combinaties van boeddhisme en broodbakken� kent ook een buurt als East New York. West Oakland genaamd. In de woorden van Pollan: “West Oakland is een wijk die zo’n 26 gemakswinkels en drankenzaken telt die verpakt voedsel verkopen, en niet één supermarkt. Ook hier geen mogelijkheid aan verse producten te komen. Het zou kunnen dat je in zo’n gemakswinkel wat uien of aardappelen kunt kopen, maar daarmee heb je het wel gehad. En ja, de buurt zit vol fastfoodtenten. Een complete versvoedselwoestijn.�
Zo simpel kan het zijn: zo'n pleidooi voor meer lokaal geproduceerd voedsel. Zou Fresco zelf geloven wat ze daar beweert: dat Pollan van mening is dat al die extra arbeidsintensieve landbouw dan maar in ontwikkelingslanden moet plaatsvinden (“Pollans hoogtepunt van kortzichtigheid�)?
Een sympathieke, maar misleidende columniste.
Verkorte versie ingezonden brief
Een poging bovenstaande reactie van 900 woorden op verzoek van NRC-Handelsblad verder in te korten leverde de volgende tekst op.
Wie in Louise Fresco’s column (“Een sympathieke, maar misleidende goeroe�) op zoek gaat naar de demagogie waar Michael Pollan in zou grossieren, raakt onmiddellijk onder de indruk van haar eigen beheersing van deze stijlfiguur. Zo vernemen we dat Pollan “niet toevallig� in Berkeley werkt omdat de “tegenbeweging uit de jaren zestig� aldaar experimenteerde met “spannende combinaties als boeddhisme en brood bakken� en dat zijn huidige “romantische� pleidooi voor meer regionaal geproduceerd voedsel de stedelijke armen van hun groenten en fruit zal beroven.
Laten we het voorbeeld nemen van East New York, een buurt in oostelijk Brooklyn, waar in het huidige tijdperk met zijn “geweldige vooruitgang op gebied van hygiëne en voedselsamenstelling� (Fresco) op elke hoek een fastfoodtent zit, maar verse groenten niet te krijgen zijn en de dichtstbijzijnde supermarkt op kilometers afstand zit. Een op de zes volwassenen hier kampt met diabetes. Een op de drie Amerikanen heeft last van zwaarlijvigheid.
Ondertussen blijft de Amerikaanse landbouwpolitiek zijn kaarten zetten op de productie van goedkope calorieën, alsof er sinds Nixons landbouwminister Earl Butz (die op zijn oude dag ook al zo allergisch kon reageren op alles wat riekte naar organic en local) niets is veranderd.
Alles draait om de omzetting van gesubsidieerde maïs en soja in goedkope, maar winstgevende burgers, chops, and kipnuggets; fructoserijke maïssiroop om frisdranken te zoeten en transvetzuurrijke sojaolie om friet in te bakken, terwijl de teelt van groenten en fruit op bizarre obstakels stuit. Pollan: “Feitelijk subsidiëren we in Amerika fastfood.�
Sinds kort is bovengenoemde East-New-Yorkse versvoedselwoestijn een boerenmarkt rijk geworden. Verse groenten en fruit van producenten net buiten de stad (door Fresco in meelijwekkende zin omschreven als “geploeter in de modder�), en voor een deel afkomstig van een opgeknapt stuk land binnen de eigen buurt dat van een soort vuilnisbelt is omgetoverd in een groene oase.
Denkt Fresco nu werkelijk dat Pollan alle arbeidsintensieve landbouw naar ontwikkelingslanden zou willen verhuizen (zijn “hoogtepunt van kortzichtigheid�)?
Een sympathieke, maar misleidende columniste.
Overige reacties
Op internet zijn ook tal van andere reacties te vinden. Allereerst op
de website
van de NRC, onder Fresco's column. Op Foodlog.nl publiceerde Dick
Veerman een instemmende reactie
op 4 februari, gevolgd door 35 lezersreacties. Na het bijwonen van
Pollans masterclass op 11 februari publiceerde Foodlog ineens de
volgende reactie, gevolgd door discussie. Slow Food Amsterdam liet
zich tijdens de masterclass van Pollan vertegenwoordigen door Michiel Korthals,
hoogleraar Toegepaste Filosofie Wageningen Universiteit.Verder lezen: Michael Pollan
Michael Pollan (1955) publiceerde de afgelopen twintig jaar boeken en
artikelen over de terreinen waar mensen en natuur samenkomen: voedsel,
landbouw, tuinen, medicijnen en architectuur. Zijn meest recente boek
is In Defense of
Food: An Eater's Manifesto. In het Nederlands vertaald onder de
titel: Een
pleidooi voor echt eten. Niet vertaald is zijn eennalaatste boek The
Omnivore's Dilemma. Andere boeken en artikelen, klik hier. Een recent
interview met Pollan in Mother Jones magazine, klik hier.Video
Michael Pollan spreekt op 4 maart 2008
in het hoofdkantoor van Google
over zijn boek In Defense of Food
(video: 60 min).
Michael Pollan richt zich tot Barack
Obama.