Interview Jan Rotmans in Vruchtbare Aarde

Jan Rotmans over de behoefte aan dwarsdenkers en friskijkers

Een verandering van tijdperk

Voor Jan Rotmans staat het als een paal boven water. We leven niet in een tijdperk van verandering, maar we beleven een verandering van tijdperk. De maatschappij van nu zal plaatsmaken voor een nieuwe samenleving waarin de mens in alles centraal zal komen te staan. Soms snapt de hoogleraar Transitiekunde niet dat de omwenteling niet al veel sneller gaat. Een gesprek aan de Kralingse Plas over kantelaars, friskijkers, dwarsdenkers en de aankomende opstand in de zorg. “Niemand wil efficiënt behandeld worden."

Op een haar na was hij er niet meer geweest. Elk jaar beklom hij met zijn racefiets de hoogste bergen. In 2003 de magische, loodzware Mont Ventoux. Het jaar erop de Col d'Aubisque, een bergpas in de Franse Pyreneeën. Maar daar ging het mis. “In de afdaling ben ik onderuit gegaan."

Een ernstig fietsongeluk. Een drama. Een jaar revalideren. Maar Jan Rotmans zag ook lichtpunten – omdat hij er sterker uit is gekomen. “Alles wat je in een gezicht maar kunt breken, was gebroken. Maar na die val heb ik wel een tweede kans gekregen." Zo voelde dat. De chirurg zei: ‘Jij hebt geluk gehad’. Hoezo dat? ‘Nou dankzij die helm’."

Nooit eerder had hij een helm gedragen. Nu wel, omdat zijn moeder erop had aangedrongen. Zij had hem zelfs een helm cadeau gedaan. “Dat ik hier nog zit, heb ik aan haar te danken."

Of Rotmans, terugkijkend op zijn leven, een omslagmoment zou kunnen aanwijzen... Nee, zegt hij resoluut. “Ik ben zoals ik ben, daar kan ik weinig aan doen. Maar dat fietsongeluk is wel een belangrijk moment geweest. Ik ben nog harder gaan proberen om maatschappelijke veranderingen te stimuleren. Ik dacht: ‘Ik heb toch niks meer te verliezen, alle beschikbare tijd moet ik benutten om de samenleving te dienen’."

Kralingse Plas

We hebben afgesproken aan de prachtige Kralingse Plas. Café-restaurant De Tuin. We zitten onder een reusachtige muurfoto van het Kralingse popfestival 1970. Het mag een wonder heten dat ik hier überhaupt zit. De Tegenlicht documentaire die Jan Rotmans flink in het zonnetje zette, heeft een vloedgolf aan reacties, vragen en verzoeken opgeleverd.

Mijn interviewaanvraag, zo vlak na de uitzending, leek kansloos. Maar ik blijk steun te hebben gehad in de persoon van Rotmans personal assistant. De per post opgestuurde editie van Vruchtbare Aarde was door haar onderschept en gelezen. In een mail van haar stonden de volgende woorden: ‘Interessant tijdschrift, hoor; ik heb het al bijna uit…’ Met als gevolg dat ze een goed woordje voor me zou doen bij Jan Rotmans. Aanbod, een paar dagen later: een telefonisch interview van een half uur... Op de valreep, godzijdank, omgezet in een gesprek van een uur, uiteindelijk zelfs uitlopend tot anderhalf uur.

Voetballende professor

“Ik ben nu jaren bezig in de zorg. Maar wat een weerstand! Met name vanuit het specialistenbolwerk. Zo wijdvertakt en zo machtig! En zo dominant. Een ego- en machowereld bij uitstek. In elk systeem zie je in zo’n geval een georganiseerde tegenbeweging ontstaan. Maar in de zorg komt die tegenbeweging bijna niet van de grond. De alternatieve geneeskunde opereert al jaren op een vrij laag pitje. Weggezet als kwakzalverij. Terwijl heel veel mensen openstaan voor alternatieven."

Wat me elke keer weer opvalt bij uw lezingen is dat u het tegendeel bent van het bedachtzame type hoogleraar dat zijn woorden op drie goudschaaltjes tegelijk weegt. Elke lezing opnieuw gaat de beuk er bijna onmiddellijk in.

“Ja, maar ik maak me ook echt ongerust over wat ik om me heen zie; hoe de samenleving op een verkeerd spoor zit.

“Feitelijk heb ik twee petten op – een wetenschappelijke pet en een veranderpet. In mijn wetenschappelijke werk ben ik een kennisverslinder. Iemand die het liefste alles van alles wil weten. Ik bestudeer veranderingen. Maar daarnaast probeer ik ook bij te dragen aan verandering. 

“De nuance vind je in mijn wetenschappelijke publicaties. Maar aan die nuance heb ik weinig op het podium. Daar stel ik me onvermijdelijk kwetsbaar op. Dat moet dan maar. Je kunt nu eenmaal niet aan de kant blijven staan in een tijdperk waarin zo veel om ons heen verandert."

Zat dat wereldverbeterende er bij u altijd al in?

“Mijn familie begrijpt er nog steeds niets van; mijn vrienden ook niet. Als jongetje wilde ik professor worden. Op school maakte ik iedereen gek met mijn honger naar kennis. Een andere droom was voetballer te worden. Ik hield van voetballen en was er ook goed in. Profvoetballer had ik willen worden."

Uw leven had dus ook heel anders kunnen lopen.

“Nee, dat geloof ik niet. Anders was het wel gebeurd. Dingen lopen zoals ze lopen, hè. Het is allemaal geen toeval. Niets is toeval. Ik geloof niet in toeval. Er is alleen schijnbaar toeval − serendipiteit. Profvoetballer worden was een jeugddroom van me. Maar ik leef nu mijn eigen droom."

Mens en groen

“Agressie is een teken van onmacht; en onmacht komt voort uit frustratie; frustratie komt voort uit ons wereldbeeld – het ideaalbeeld dat wij mensen opdringen. Het idee dat je veel geld zou moeten hebben bijvoorbeeld, dat je jezelf moet profileren, dat je je eigen ego moet ontwikkelen. Materiële hebzucht. De verkeerde waarden eigenlijk. En wie niet kan voldoen aan dat ideaalbeeld raakt gefrustreerd. En die frustratie uit zich onder andere in agressie. Afschuwelijk! Een van de grootste problemen van onze samenleving."

U werkt tegenwoordig aan de Erasmus Universiteit. Toen u voor het eerst het universiteitsterrein betrad – begrijp ik uit een video-interview van Frénk van der Linden – schrok u.

“Ja, het was een plek waar je niet dood gevonden zou willen worden. Ik dacht: ‘Wat is dit voor een plek?’ Er staan vijf, zes heel hoge gebouwen; het waait er altijd, en ik zie alleen maar auto’s – een totaal verworden campus. Geen enkele verbinding tussen mens en omgeving, tussen mens en gebouwen, tussen mens en groen.

“Wie verzint dit nou? Hoge gebouwen, kleine kamers, lange gangen. Ja, zo denken economen.  Een omgeving waarin mensen efficiënt kunnen werken. Dan word ik een beetje boos. En die boosheid heeft inmiddels wel geleid tot de nodige aanpassingen.

“Een groot deel van de auto’s gaat onder de grond. Er komt meer groen, er komt meer water, er komt een groot café, er komen winkels, er komen studentenvoorzieningen en huizen. Het heeft dus wel geholpen.

“Een zelfde soort verbijstering heb ik trouwens als ik in Rotterdam loop. Hoe lelijk kun je zo’n binnenstad maken. Zo’n Coolsingel, ongelooflijk! Dat we dat zo laten verworden… echt afschuwelijk."

Ingesleten groef

Een tijdje geleden schreef ik in een opwelling een brief naar de fractievoorzitters in de Hilversumse gemeenteraad. Een noodkreet over de omgeving van station Hilversum waar lelijkheid samen leek te gaan met een kille, unheimische sfeer. Ook een plek waar je niet dood gevonden wilt worden.

“Ik sta vaak voor groepen architecten, steeds vaker eigenlijk, en dan zeg ik: ‘Jullie zijn te gefocust op het gebouw. Het moet allemaal strak en efficiënt, en rechte hoeken hebben. Maar jullie kijken niet vanuit de mens; jullie brengen geen verband aan tussen het gebouw en de omgeving. En zelfs binnen het gebouw is het een soort black box.’

“Ik verbaas me er altijd over het gebrek aan mensgerichtheid in de architectuuropleidingen. Onvoorstelbaar! De architecten die ik spreek, geven me nog gelijk ook. Dat vind ik dan wel weer mooi. Je denkt dat ze boos zullen worden. Maar ze zeggen ook vast te zitten binnen de afspraken met opdrachtgevers. ‘Onze speelruimte is beperkt’."

“De beste ideeën heb ik vaak onder de douche of in bad. Of aan de kust – bij het water, aan het strand. Je kunt dat niet plannen of sturen. Maar als ik het extreem druk heb, zoals de afgelopen tijd, dan wordt de ideeënstroom onderdrukt."

Zouden ze u 20, 25 jaar geleden ook gelijk hebben gegeven?

“Nou, nee, 20, 25 jaar geleden zou ik op heel veel meer weerstand zijn gestoten. Ik zou uitgelachen zijn. Of genegeerd.

“Zo langzamerhand is er toch wel iets aan het kantelen. Het wordt steeds duidelijker dat we vastzitten in een groef, in patronen die eigenlijk niet meer bij deze tijd passen. Alleen… constateren dat je vastgeroest zit, is één; werken aan een alternatief is twee. Je bent zo weer een generatie verder.

“Oude patronen zijn zo diep ingesleten. En dat geldt niet alleen voor de stedenbouw en de architectuur, maar ook voor de energie- en voedselvoorziening. Eerst moeten alle opleidingen veranderen. Je praat over een cultuuromslag."

Een bewustzijnsverandering in de mens?

“Ja, dat denk ik. Maar laat ik eerlijk zijn, zelf ben ik ook technocratisch begonnen. Ik was wiskundige en dacht: ‘Als ik het probleem nu eerst probeer te begrijpen, en dat inzicht vervolgens overdraag, dan veranderen mensen wel’. Maar verandering blijkt meer een kwestie van bewustzijn, gedrag en attitude. Een cultuuromslag kun je niet afdwingen, die moet van binnenuit komen.

“En zo kom ik na 25 jaar onderzoek steeds dichter bij de kern van het verhaal. En die kern is: ‘Het zit in onszelf.’ En dat besef draag ik nu ook meer en meer uit. Zeker sinds mijn ongeluk. Sinds mijn ongeluk ben ik zelf ook veranderd."

Flinke hekel

Efficiëntie in de zorg is een woord waar u een flinke hekel aan heeft.

“Ja, want niemand in de zorg wil efficiënt behandeld worden. We willen menslievend behandeld worden; met passie en liefde; met warmte en tijd en ruimte. Maar de hele zorgrelatie is verworden tot een relatie die draait om doelmatigheid, efficiëntie en kostenbeheersing. Wat we willen, is een liefdevolle omgang tussen mensen. Maar dat weten we al heel lang en heel goed te onderdrukken."

Jan Rotmans vertelt over een aanbevelenswaardig project in de thuiszorg. Een wijkverpleegster die langskomt, een praatje maakt en aandacht geeft. “Niet omdat er volgens een quotum een half uur openstaat voor de patiënt, maar omdat de wijkverpleegster vanuit een zekere warmte en liefde vindt dat deze persoon aandacht en verzorging nodig heeft.

“We hebben ons laten persen in een te rationeel wereldbeeld. Zo moeilijk is het allemaal niet. We moeten terug naar de essentie. Wat we nodig hebben zijn mensen die op liefdevolle, menselijke wijze zorg verlenen; wat we nodig hebben is een kei van een leraar die vol passie zijn kennis overdraagt. En de rest is echt flauwekul. Uiteindelijk zullen we die kant opgaan. Daar ben ik van overtuigd...."

Interview Bart Hommersen
Het bovenstaande is een deel uit het openingsinterview in editie 4-2013 (november) van Vruchtbare Aarde. Nadere info over deze editie vind u hier.
image


image
Goethe zei het al: "Wensen zijn voorgevoelens van hetgeen we in staat zijn daadwerkelijk te realiseren." Interview Marinus Knoope




image
Jan Rotmans over de crisis als overgang naar een samenleving waarin het menselijke centraal zal staan.








Pim van Lommel interview
Joost Conijn over de inzichten die hij vliegend naar Afrika opdeed in een zelf gemaakt vliegtuig. “De motor weet niet dat je over water vliegt."

  Een artikel uit:

image

Jan Rotmans in editie 4-2013 over de crisis als een boeiende kantelperiode naar een samenleving waarin de mens in alles centraal zal komen te staan | Theatermaakster Dette Glashouwer onderzoekt haar persoonlijke verhouding tot geld | Viola Robbemondt zoekt contact met de 97-jarige visionair Jacque Fresco over zijn stad zonder geld.